Crangon Crangon
De Noordzeegarnaal behoort tot de familie van de Crangonidae, oftewel de zandgarnalen. Een familie van vrij kleine, tamelijk somber gekleurde garnalen uit koude tot gematigde streken van in hoofdzaak het Noordelijke halfrond. Wereldwijd zijn er ongeveer 1.950 verschillende garnalenfamilies te onderscheiden, waarvan er 300 ten behoeve van de consumptie geƫxploiteerd worden. De Noordzeegarnaal wordt vooral in Noordwest-Europa intensief bevist en met een jaarlijkse aanvoer van 25 tot 35.000 ton behoort hij tot de top tien van de commercieel belangrijkste garnaalsoorten. De gemiddelde lengte van de Noordzeegarnalen is 5 tot 7 centimeter; ze hebben een doorschijnend lichaam, grijsbruin van kleur. De garnalen kunnen drie jaar oud worden.
Noordzeegarnalen verschillen niet alleen in kleur en grootte van de andere soorten die in de viswinkel worden aangeboden. Er is ook een duidelijk verschil in smaak en prijs. De smaak van de buitenlandse 'roze' garnalen is minder uitgesproken. Door hun kleine formaat zijn de Noordzeegarnalen moeilijk te pellen. Het intensieve pelwerk heeft uiteraard invloed op de prijs.
De Noordzeegarnaal wordt vooral aangetroffen op zand en zandslikbodems, in ondiepe kustwateren. 's Zomers dichtbij de kust, waar de zon het water op temperatuur heeft gebracht. In de wintermaanden verder de zee in, in gebieden die nog niet zijn afgekoeld. Overdag graaft de garnaal zich in, alleen de ogen en antennes steken uit het zand. 's Nachts krijgen ze een donkere schutkleur en gaan ze op zoek naar voedsel (algen, slakjes en allerlei plantaardig voedsel). Garnalen worden het hele jaar door gevangen, met duidelijke pieken in april/mei en in de herfstmaanden.